Handelingen

Pakistan

Uit Wiki Munten en papiergeld

Versie door (gebruikersnaam verwijderd) op 15 jan 2017 om 23:14
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Pakistan 1 pice 1952.jpg

Pakistan, republiek in Azië. Het gebied maakte aanvankelijk deel uit van het Brits-Indische Rijk (India) dat in 1947 uiteenviel in India en Pakistan. In 1956 werd de Islamitische Republiek Pakistan uitgeroepen. Het land bestond eerst uit twee door Indiaas grondgebied gescheiden delen: West-Pakistan (het huidige Pakistan) en Oost-Pakistan, dat zich in 1971 als zelfstandige staat Bangladesh afscheidde.

Tot in 1959 werd gemunt op naam van het Government of Pakistan op basis van het oude Brits-Indische muntstelsel: 3 pie's = 1 pice, 4 pice = 1 anna, 16 anna's = 1 rupee (roepie) en werden munten uitgegeven in de waarden 1 pie, 1 pice, ½, 1 en 2 anna en ¼, ½ en 1 rupee. In 1961 vond decimalisering plaats: 1 rupee = 100 paisa of pice. Er werd een muntenreeks opgebouwd volgens het' '1 – 2 - 2½ - 5-systeem.

Door inflatie werden achtereenvolgens de 2 paisa in 1976 en de 1 paisa in 1979 voor het laatst geslagen; voor de muntenreeks betekende dit een overgang in het 1 – 2 - 2½ - 5-systeem, waardoor deze voortaan zou bestaan uit munten van 5, 10, 25 en 50 paisa en 1 rupee.

Aanvankelijk circuleerde er nog het papiergeld van het Government of India en de Reserve Bank of India, dat voorzien was van de opdruk GOVERNMENT OF PAKISTAN, maar sinds 1949 werd eigen staatspapiergeld uitgegeven in coupures van 1, 5, 10 en 100 rupee. In 1953 werd de State Bank of Pakistan opgericht, die biljetten uitgaf van 2, 5, 10, 50, 100, 500 en 1000 rupee. De Staat bleef echter muntbiljetten van 1 rupee uitgeven, ook nadat in 1977 wederom munten in die waarde in circulatie waren gebracht.

Als gevolg van landhervormingen en nationalisaties in 1975 ontstonden er zeer grote handelsproblemen, een zware buitenlandse schuldenlast en moeilijkheden in het binnenlandse betalingsverkeer. De Staat sprong toen de State Bank bij door biljetten van 1,5,10 en 100 rupee in omloop te brengen.

Ten behoeve van de pelgrimage heeft de State Bank in de jaren zeventig tijdelijk ongedateerde biljetten van 100 rupee met de opdruk FOR HAJ PILGRIMS FROM PAKISTAN/FOR USE IN SAUDI ARABIA AND IRAQ en van 10 en 100 rupee met de opdruk FOR HAJ PILGRIMS FROM PAKISTAN/FOR USE IN SAUDI ARABIA ONLY uitgegeven, pelgrimsbiljetten.

Pakistan heeft ook zilveren en gouden verzamelaarsmunten laten slaan in waarden van 100 tot 3000 rupee.

W.