Kleef

Kleef, (Duits: Kleve) graafschap, sinds 1417 hertogdom, behorende tot het Duitse rijk, gelegen ten oosten van Gelderland, was van 1539-1543 onder Willem V, hertog van Kleef, Gulik, Berg en graaf van Mark en Ravensberg (1539-1592) in personele unie verenigd met Gelre; Gelderland, landsheerlijke periode. De vroegste Kleefse muntslag is sterk beïnvloed door de Hollandse (kopje) en later meer algemeen door de Oost-Nederlandse en Bourgondische muntslag.

De personele unie heeft geen invloed gehad op de Gelderse muntslag. Kleef, Mark en Ravensberg kwamen in 1614 aan Brandenburg en gingen later met Brandenburg op in het koninkrijk Pruisen. In voormalige Kleefse, thans Nederlandse, gebieden is aangemunt te Huissen door enkele Kleefse graven en hertogen en te Gennep door enkele heren van Gennep.

Lit.: Noss, A., Die Münzen der Grafen und Herzöge von Kleve, München 1931.

• 

  Kleef, graaf Johan I (1347-1368). 1/3 groot, zilver, geslagen te Kalkar.

• 

• 

• 

  Kleef hertog Johan I (1448-1481), groschen, 1475, zilver, met op de vz het wapen van Kleef, de karbonkel, en op de kz het gevierendeelde wapen Kleef-Mark.

• 

• 

• 

  Kleef, graaf Dirk Vi (1202-1260), penning, zilver, uit vondst Schagen 1982.