Krishnala

Java, Hindoe periode, 24 krishnala, 12e-15e eeuw, zilver.

krishnala, zwart-rood boontje van een wingerd (Lat. Abrus precatorius) dat in India en Zuidoost Azië sinds mensenheugenis als een traditionele gewichtseenheid (0,1-0,15 g) voor edele metalen en edelstenen werd gebruikt. De krishnala is eveneens bekend als raktika (van het Sanskriet rakta = rood), doch meer nog onder de Hindi naam ratti. De vroegste munten in India waren op deze gewichtseenheid gebaseerd (karshapana = 32 ratti; satamana = 100 ratti). Gouden bolvormige muntjes ingestempeld met een Nagari-letterteken en een gewicht van resp. 6, 12 en 24 krishnala van Java worden traditioneel toegeschreven aan de Oost-Javaanse Hindoe dynastie van Djenggala (896-1158), doch thans neigt men er meer en meer toe deze aan de Hindoe dynastie van Majapahit (1293-1520) toe te schrijven.

De denominatie van 24 krishnalas werd Tjaturvincatimanam genoemd. Door de dynastie van Majapahit werden ook zilveren (24) krishanalas of djampels (c. 2,3 g) geslagen.

L.