Handelingen

Vroedschapspenning

Uit Wiki Munten en papiergeld

Vroedschapspenning haarlem 1688.jpg

vroedschapspenning, ook wel legpenning, presentiepenning, raadspenning, raadsteken, schenkpenning of stadhuispenning, bij wijze van presentiegeld aan leden van de vroedschap uitgereikte penning. De vroegste melding van het gebruik van vroedschapspenningen in de Noordelijke Nederlanden dateert van 1488 uit Middelburg.

In de Noordelijke Nederlanden waren vroedschapspenningen aanvankelijk eenvoudige loden, koperen of messing waardetekens, die tegen een door de stadsregering vastgestelde waarde bij de stadsthesaurier tegen klinkende munt konden worden ingewisseld of bij het stadswijnhuis en in een enkel geval, op meerdere plaatsen in de stad - in betaling konden worden gegeven.

In 1671 begon Leiden echter met de uitgifte van bijzonder fraai gemodelleerde zilveren vroedschapspenningen, een voorbeeld dat weldra door andere steden werd gevolgd. Sommige gaven slechts enkele van elkaar verschillende penningen uit, Den Bosch (Hertogenbosch, 's-) gaf echter sinds 1703 een reeks van ruim tachtig penningen uit met bijna jaarlijks nieuwe beeldenaars. Een aantal steden heeft ook gouden penningen of penningen op veelvoudig gewicht (piedfort) laten vervaardigen. Bij zilveren en gouden vroedschapspenningen gold het principe dat, op basis van de actuele goud- en zilverprijs, een geschenk in edel metaal in feite een geschenk in geld was.

In de Noordelijke Nederlanden zijn vroedschapspenningen uitgegeven door onder meer: Alkmaar, Breda, Delft, Dokkum, Gravenhage, 's-, Gouda, Groningen, Haarlem, Hertogenbosch, 's-, Leeuwarden, Leiden, Middelburg, Nijmegen, Rotterdam, Sneek en Zierikzee. In de Zuidelijke Nederlanden werden in de 17e en 18e eeuw door steden en overheidsinstanties (slotvoogdijen, provoostschappen, enz.) "silvere leghpennynghen" uitgereikt tijdens de installatie van een nieuwe vroedschap of de hoorzitting waarin verantwoording over het gevoerde financiële beheer werd afgelegd.

Dergelijk fraai uitgevoerd zilveren presentiegeld (koperen en loden exemplaren zijn fantasieën of vervalsingen) werd voor het eerst in 1617 door Kortrijk uitgegeven en vervolgens ook in onder meer Antwerpen, Brugge, Brussel, Doornik, Ieper,, Oostende en Veurne.

Ook elders in Europa werden vroedschapspenningen uitgegeven, zoals in Duitsland (o.a. Aken, Bonn, Keulen sinds 1497, Regensburg) en Zwitserland (Bern, Zurich). De statenpenning of landdagpenning, waarmee de statenleden van enkele gewesten werden begiftigd, hadden hetzelfde karakter als de vroedschapspenning.

W.

Lit.:

Monografieën: Alkmaar: Pop, J.J.H., De vroedschapspenning van Alkmaar, in Geld in Alkmaar, Alkmaar 1993, blz. 113-120;

Delft: Arkesteijn, N.L.M., Delftse vroedschapspenningen en hun afgeleiden, De Beeldenaar (1985) 202-206 en (1986) 263-271;

Dokkum: Wigersma Hz, S., Iets over Dockumer historiepenningen [vroedschap], TMP(1903) 121-125;

's-Gravenhage: Kerkwijk, A.O. van, De vroedschapspenningen van 'sGravenhage, JMP (1930) 1-32;

Groningen: Hooft van Iddekinge, J.E., Groninger en Ommelander praesentiepenningen, Bijdragen tot de Geschiedenis en Oudheidkunde, inzonderheid van de Provincie Groningen, deel VII, Groningen 1870;

Puister, A.T., Groningse stedelijke munten, JMP (1986) 64-68;

Gouda: Wiel, H.J. van der, De vroedschapspenningen van Gouda, De Beeldenaar (1985) 105-106;

's-Hertogenbosch: Snoeck, M.A., Beschrijving van de enkele en dubbele Vroedschaps- of Stadshuispenningen der stad 's-Hertogenbosch van 1704 tot 1793, TMP (1893) 21-36,74-89, 125-141;

Snoeck, M.W., Aanteekeningen over de 's-Hertogenbossche stadhuispenningen, JMP (1927) 1-115;

Snoeck, M.W., De 's-Hertogenbossche stadhuispenning van 1705, JMP (1928) 87;

Kortrijk: Schodt, A. de, Les jetons de la ville et de la chatellenie de Courtrai, RBN (1889) 549-579;

Leiden: Zegveld, W.F. van, De stempels van de Leidse vroedschapspenning met leeuw en tekst, De Beeldenaar (mei 1978) 5-8;

Zegveld, W.F. van, Leidse vroedschapspenningen, De Beeldenaar (maart 1978) 7-10;

Middelburg: Man, Marie G.A. de, De gietvorm der Middelburgsche raadspenningen gevonden, TMP (1899)227-228;

Nijmegen: Voogt, W.J. de, Aantekeningen betrekkelijk de Nijmeegse vroedschaps- en vereering-penningen, Amsterdam 1866;

Rotterdam: Arkesteijn, N.L.M., C.J.F. Klaassen en H.J. van der Wiel, Penningen uitgegeven door de Rotterdamse vroedschap, Rotterdam 1982;

Zierikzee: Man, Marie G.A. de, Numismatiek van Zierikzee (vroedschaps- en schutterspenningen), JMP (1931) 22-32.