Handelingen

Tweetalige munten

Uit Wiki Munten en papiergeld

tweetalige munten, komen voor in gebieden met meerdere officiële voertalen. Redenen om tweetalige of zelfs drie- of viertalige munten uit te geven kunnen zijn, dat bij de vaststelling van de landsgrenzen woongebieden van bevolkingsgroepen met verschillende talen binnen die grenzen zijn komen te liggen of dat voor een gebied muntslag plaatsvindt op gezag van een overheersende (koloniale) mogendheid uit een ander taalgebied. Ook economische motieven, zoals de afzet van munten naar anderstalige gebieden, hebben tot meertaligheid geleid.

Voorts komen we tweetaligheid op munten tegen van landen, waar de uit de Middeleeuwen stammende traditie de legenden in het Latijn te stellen, geleidelijk wordt doorbroken. In Groot-Brittannië zijn tweetalige munten bekend van, waar onder Willem IV (1830-1837) voor het eerst de traditie alle opschriften in het Latijn te stellen werd doorbroken: op shillings, sixpences en fourpences verschijnt de waarde in het Engels, onder Victoria (1837-1901) ook op kopergeld en sinds Edward VII (1901-1910) tevens op de grote zilverstukken. Sinds de decimalisering in 1971 zijn alle Britse munten tweetalig

Tweetalige munten zijn al zeer vroeg gemaakt. Hetoum I (1226-1270), koning van Cilicisch Armenië, die het gezag van de Seldsjoekensultan van Konya moest erkennen, sloeg zilverstukken van 1 en ½ tram met een Armeense en een Arabische tekst. De Successieoorlog van 1201-1219 om het bezit van de kruisvaardersstaat Antiochië (kruisvaardersmunten), waarbij de opvolging van Bohemund III werd opgeëist door Raymond Roupen, familielid van koning Levon I van Cilicisch Armenië (1198-1219), leidde tot de uitgifte van een denier met een Armeens-Latijnse tekst.

De meeste twee-, drie- of viertalige munten dateren echter uit de 18e-20e eeuw, een periode die zich kenmerkt door kolonisatie en dekolonisatie en door opkomst en uiteenvallen van grote machtsblokken en het ontstaan van veel nieuwe landsgrenzen. In België werden in de periode 1915-1918 zinken munten van 50, 25, 10 en 5 centiemen uitgegeven met de landsnaam in het Vlaams en het Frans. Ook op Belgische munten uit de periode 1934-1947 vinden we Nederlands-Franse tekst. In alle gevallen werd de waardeaanduiding afgekort om te vermijden, dat ook deze in twee talen moest worden geplaatst.

Voorts kennen we tweetalige munten van Bohemen en Moravië uit de periode 1940-1944, waarop de landsnaam in Tsjechisch en Duits voorkomt. Op munten van de voormalige Volksrepubliek Joegoslavië stonden sinds 1965 de opschriften niet alleen in Cyrilische en Latijnse letters, maar ook nog in vier talen: Kroatisch, Sloveens, Servisch en Macedonisch.

Cyprus gebruikt sinds 1963 Grieks en Turks op circulatiemunten, sinds 1983 ook Engels (Cyprus was voorheen Brits). Om de afzet naar elders te vergroten, werd al sinds 1970 op Cypriotische gouden en zilveren verzamelaarsmunten Engels gebruikt. Veel tweetalige opschriften komen voor op munten van West-Europese koloniën in Afrika en Azië. Na de dekolonisatie onafhankelijk geworden landen handhaafden dikwijls de taal van de koloniale mogendheid naast de eigen taal.

Uit Nederlandsch-Indië kennen we o.a. te Batavia geslagen duiten van 1764, 1765 en 1783 met een Nederlandse en een Maleise tekst. Sinds de uitvaardiging van de Muntwet van 1854 staat op de pasmunt voor Nederlandsch-Indië de tekst op de vz in het Nederlands en op de kz in het Maleis en het Javaans. Op munten van Belgisch Congo uit de periode 1910-1949 staat tweetalige tekst (Nederlands/Frans), evenals op die van Ruanda-Urundi uit de periode 1952-1960.

In gebieden met een grote Engelse invloed gebruikte men naast de lokale taal vaak Engels. De East India Company liet in 1804 voor circulatie onder andere op Sumatra kopergeld met een Engels-Maleise tekst slaan en onder Brits bestuur (18111816) zijn te Batavia gouden en zilveren ropijen met Javaans-Arabische tekst geslagen. In India komen in de 19e eeuw vooral roepies voor met daarop twee lokale talen, maar sinds 1877 ook met een lokale en de Engelse taal. De munten van India zijn thans in het Hindi en het Engels gesteld. Bhutan bezigt sinds 1966 Dzongkha (een aan het Tibetaans verwante taal) en Engels. Singapore met zijn gemêleerde bevolking gebruikt sinds 1985 Engels, Maleis, Chinees en Tamil. Ook Sri Lanka gebruikt het Engels nog naast Sinhala en Tamil.

Op munten van Brunei staan sinds 1887 Maleis-Engelse teksten. Bahrein gebruikt sinds 1965 zowel Arabisch als Engels, evenals de Verenigde Arabische Emiraten sinds 1969. In Palestina zijn de opschriften op munten uit de periode 1927-1947 in het Engels, het Hebreeuws en het Arabisch gesteld. Op tweetalige munten van Australië staan tot aan de invoering van het decimale stelsel in 1966 op de vz naam en titulatuur van de Britse koningen in het Latijn en is de kz Engels. Op de van 1923-1960 uitgegeven munten van Zuid-Afrika met Latijnse titulatuur op de vz staat op de kz Afrikaans-Engelse tekst, daarna zijn de munten tweetalig met op beide zijden Afrikaans-Engelse teksten.

Onder Frans protectoraat waren in Cambodja sinds 1860 munten in Khmer en Frans gesteld, terwijl de circulatiemunten van de Volksrepubliek Mauretanië sinds 1973 Arabisch-Franse opschriften dragen, evenals die van Tunesië uit de periode 1891-1957; op Tunesische verzamelaarsmunten komt Frans naast Arabisch sinds 1963 voor.

In de voormalige Italiaanse kolonie Eritrea hadden sinds 1890 de munten Abessijns-Italiaanse teksten, terwijl in Somaliland sinds 1909 de opschriften in Arabisch (Somali) en Italiaans zijn gesteld (de administratieve talen zijn daar Engels, Italiaans en Arabisch).

Tweetaligheid uit economische motieven treffen we onder andere aan op munten van China, waar in de tweede helft 19e-Ie helft 20e eeuw onder westerse invloed veel geld met Chinese en Engelse tekst werd uitgegeven. Noord-Jemen (Arabische Republiek Jemen) tracht sinds 1969 de afzet van verzamelaarsmunten te verhogen door naast Jemenitische ook Engelse tekst op haar munten te plaatsen.

Om problemen van tweetaligheid op munten uit de weg te gaan, werd wel, en wordt nog steeds, gebruikgemaakt van een universele taal, bijvoorbeeld Latijn. Bekende voorbeelden daarvan zijn de munten van de Zwitserse Confederatie met alleen Latijnse opschriften en de zilveren 50 frank ter gelegenheid van het huwelijk van Boudewijn en Fabiola in 1960.

W.