Handelingen

Tribunicia potestas

Uit Wiki Munten en papiergeld

tribunicia potestas, Latijnse staatkundige term die verwijst naar de machtsbevoegdheid (potestas) van de volkstribuun. Tijdens de Romeinse republiek waren de volkstribunen de vertegenwoordigers en beschermers van het volk. Zij waren onschendbaar en bezaten het vetorecht waardoor ze alle senaatsbesluiten konden blokkeren. Tijdens de Romeinse keizertijd ging de macht van de volkstribuun over op de keizer; de tribunicia potestas werd één van de machtspijlers waarop het keizerlijke gezag was gebaseerd.

Op keizersmunten verschijnt deze titel meestal afgekort als TR P of TRIB POT, afkorting voor tribunicia potestate, met de tribunicische macht (bekleed). De afkorting wordt meestal gevolgd door een Romeins cijfer. Sedert 23 v.Chr. immers werden de regeringsjaren van de keizer meestal geteld op basis van het aantal jaren dat hij deze functie uitoefende. Deze aanduiding op munten is dus van het allergrootste belang voor de datering van de muntstukken.

Het grote probleem is wel dat er heel wat onzekerheid bestaat omtrent de aanvang van het tribunicische jaar voor verschillende keizers. Zo lijkt onder de eerste keizers het jaar te lopen vanaf de dag waarop de tribunicia potestas werd verleend door de consilium plebis. Onder de Flavièrs echter begint elk tribunicisch jaar met de aanvangsdatum van de regering (de dies imperii). Vanaf Nerva wordt geteld vanaf 10 december; dit was immers de datum waarop ook vroeger de mandaten van de volkstribunen begonnen.

Onder Philippus Arabs (244-249) werd een poging ondernomen om de telling te laten samenvallen met het kalenderjaar (1 januari). Bij de volgende keizers werd dikwijls gewisseld van aanvangsdatum en werd nu eens het ene, dan weer het andere systeem gebruikt. De telling volgens tribunicische jaren geraakte in de loop van de 4e eeuw in onbruik.

v.H.

Lit.:

Kienast, D., Römische Kaisertabelle. Grundzüge einer römischen Kaiserchronologie, Darmstadt 1990.