Tiara

tiara, uit Gr. tiaras = tulband, de pauselijke driekroon, ontstaan uit de priesterlijk-koninklijke hoofdbedekking van het Perzische hofceremonieel waarvan ook de kroon is afgeleid, en veel voorkomend op pauselijke munten als hoofdbedekking of als dekking van het pauselijke wapen. De pausen droegen oorspronkelijk een witte spits toelopende muts, die in de 12e eeuw van een metalen benedenrand in de vorm van een kroon werd voorzien.

Paus Bonifatius VIII voegde daar een tweede kroon aan toe en later kwam er nog een derde bij. Tezamen vormen de drie kronen het symbool van de lijdende, strijdende en zegevierende kerk. De punt werd voorzien van een op een bol geplaatst kruis. Evenals de mijter is de tiara aan de achterzijde voorzien van twee afhangende linten. In 1964 schafte paus Paulus VI de tiara als pauselijk symbool af.