Handelingen

Rijal

Uit Wiki Munten en papiergeld

rijal, (Arab.: rijal sebili, burijal of vaker sebili), zilveren (reken)munt (rekenmunt) die in het Osmaanse rijk (Osmanen) onder Osman II (1027-1031 H = 1618-1622 AD) werd ingevoerd, aanvankelijk als onloek (¼ rijal = 10 para), maar eerst onder Suleyman II (1099-1102 H = 1687-1691 AD) als gehele munt werd geslagen.

Bij invoering was de rijal al rekenmunt in Tunesië en had deze een gewicht van ca. 22,5 g. Onder Mustafa III (1171-1187 H = 1757-1774 AD) werd de rijal afgewaardeerd tot ca. 15 g (gehalte 0,404) om verder zowel in gewicht als gehalte af te nemen. Na een munthervorming in 1844 onder Abdul Mejid (12551277 AH = 1839-1861 AD) was de rijal of piaster van 40 para nog slechts een koperen munt.

Na het uiteenvallen van het Osmaanse rijk handhaafden vele onafhankelijk geworden staten de rijal (Eng. ryal) als munteenheid, soms met de oude indeling, soms met een decimale indeling of onder de benaming rial of rijjal (Eng. rial, riyal). Zo was de rijal de munteenheid van de emiraten Churfah en Quaiti State of Shikir and Makalla, voorheen deel uitmakend van het Britse protectoraat Aden, sinds 1967 van Zuid-Arabië, later de Volksrepubliek van Zuid-Jemen genoemd en sinds 1970 de Democratische Republiek Jemen.

Voorts is de rijjal de munteenheid van de Arabische Republiek Jemen, verdeeld in 40 buqsha = 80 halala = 160 zalat, van Irak, verdeeld in 4 dirhams of 200 fils (= 1/5 Irakees pond), van Saoedi-Arabië, verdeeld in 20 ghirsh of 1000 halala en van de Verenigde Arabische Emiraten, verdeeld in 100 dirhams.

Als rial is het de munteenheid van Iran, verdeeld in 100 dinars, van Muscat en Oman sinds 1970, verdeeld in 1000 baizah en tot 1921 was de rial munteenheid in Marokko, verdeeld in 10 dirhams of 500 mazunas.

W.

Lit.:

Schaendlinger, A.C., Osmanische Numismatik, Braunschweig 1973;

Sultan, J., Coins of the Ottoman empire and the Turkish republic, 2 din., Thousand Oaks 1977.