Handelingen

Paus

Uit Wiki Munten en papiergeld

Versie door MyWikiAdminEnc (overleg | bijdragen) op 15 jan 2017 om 23:14 (1 versie geïmporteerd)

paus, titel van de bisschop van Rome in zijn functie van geestelijk leider van de gehele Rooms-Katholieke kerk.

Daarnaast was de paus de soeverein van de Kerkelijke Staat tot 1870 en is dat sinds 1929 van Vaticaanstad. Muntslag door de pausen is te onderscheiden in drie perioden:

1. van ca. 735 tot ca. 980, waarbij meestal naast de naam van de paus die van de (Byzantijnse, later Duitse) keizer voorkomt (incidenteel in plaats daarvan de naam van een Romeinse senator);

2. van het einde van de 13e eeuw tot aan de opheffing van de Kerkelijke Staat in 1870 uitsluitend op eigen naam;

3. sinds 1929 als soeverein van Vaticaanstad.

De muntslag van Vaticaanstad sinds 1929 heeft vooral een symbolische functie en is voornamelijk voor verzamelaars en pelgrims bedoeld. Enkele pausen uit deze eeuw zijn ook op munten van andere landen afgebeeld, vooral Johannes Paulus II (1978-2005) ter herinnering aan zijn vele reizen, bijvoorbeeld: Dominicaanse Republiek (1979), Equatoriaal Guinee (1982), Filippijnen (1981), Mozambique (1988), Oostenrijk (1983, 1988) en Polen, zijn geboorteland (1982,1983,1985-1989). De gebruikelijke titel van de paus op de munten na de Middeleeuwenis Pontifex Maximus (opperpriester). Sedert de 16e eeuw komen zeer veel sede vacante-munten voor, behorende bij de periode tussen de dood van een paus en de verkiezing van zijn opvolger. Deze boden de camerlengo (de kardinaal-kamerheer die in de interimperiode de schatkist beheerde) de mogelijkheid daarop zijn eigen wapen te laten afbeelden.

Pausen (tot het einde van de 13e eeuw alleen diegenen waarvan munten bekend zijn)

Gregorius III 731-741
Zacharias 741-752
Stephanus III 752 -757
Paulus I 757-767
Stephanus IV 768-772
Adrianus I 772-795
Leo III 795-816
Stephanus V 816-817
Paschalis I 817-824
Eugenius II 824-827
Valentinus 827
Gregorius IV 827-844
Sergius II 844-847
Leo IV 847-855
Benedictus III 855-858
Nicolaas I 858-867
Adrianus II 867-872
Johannes VIII 872-882
Marinus I 882-884
Adrianus III 884 -885
Stephanus VI 885-891
Formosus 891-896
Stephanus VII 896 -897
Romanus 897
Theodorus II 897
Johannes IX 89 -900
Benedictus IV 900-903
Sergius III 904-911
Anastasius III 911-913
Johannes X 914-928
Stephanus VIII 928-931
Johannes XI 931-935
Leo VII 936-939
Marinus II 942-946
Agapitus II 946-955
Johannes XII 955-963
Leo VIII 963-965
Benedictus V 964
Johannes XIII 965-972
Benedictus VI 973-974
Benedictus VII 974-983

Pausen sinds 1294

Bonifatius VIII 1294-1303
Benedictus XI 1303-1304
Clemens V 1305-1314
Johannes XXII 1316-1334
Benedictus XII 1334-1342
Clemens VI 1342-1352
Innocentius VI 1352-1362
Urbanus V 1362-1370
Gregorius XI 1370-1378
Urbanus VI 1378-1389
Bonifatius IX 1389-1404
Clemens VII (tegenpaus) 1378-1394
Benedictus XIII (tegenpaus) 1394-1423
Innocentius VII 1404-1406
Gregorius XII 1406-1415
Alexander V (tegenpaus) 1409-1410
Johannes XXIII (tegenpaus) 1410-1415
Sede vacante 1415-1417
Martinus V 1417-1431
Eugenius IV 1431-1447
Felix V (tegenpaus) 1439-1449
Nicolaas V 1447-1455
Calixtus III 1455-1458
Pius II 1458-1464
Paulus II 1464-1471
Sixtus IV 1471-1484
Innocentius VIII 1484-1492
Alexander VI 1492-1503
Pius III 1503
Julius II 1503-1513
Leo X 1513-1521
Sede vacante 1521-1522
Adrianus VI 1522-1523
Sede vacante 1523
Clemens VII 1523-1534
Paulus III 1534-1549
Sede vacante 1549-1550
Julius III 1550-1555
Sede vacante 1555
Marcellus II 1555
Paulus IV 1555-1559
Pius IV 1559-1565
Sede vacante 1565-1566
PiusV 1566-1572
Sede vacante 1572
Gregorius XIII 1572-1585
Sede vacante 1585
Sixtus V 1585-1590
Sede vacante 1590
Urbanus VII 1590
Gregorius XIV 1590-11591
Sede vacante 1591
Innocentius IX 1591
Clemens VIII 1592-1605
Sede vacante 1605
Leo XI 1605*
Paulus V 1605-1621
Sede vacante 1621
Gregorius XV 1621-1623
Sede vacante 1623
Urbanus VIII 1623-1644
Sede vacante 1644
Innocentius X 1644-1655
Sede vacante 1655
Alexander VII 1655-1667
Sede vacante 1667
Clemens IX 1667-1669
Sede vacante 1669-1670
Clemens X 1670-1676
Sede vacante 1676
Innocentius XI 1676-1689
Sede vacante 1689
Alexander VIII 1689-1691
Sede vacante 1691
Innocentius XII 1691-1700
Sede vacante 1700
Clemens XI 1700-1721
Sede vacante 1721
Innocentius XIII 1721-1724
Sede vacante 1724
Benedictus XIII 1724-1730
Sede vacante 1730
Clemens XII 1730-1740
Sede vacante 1740
Benedictus XIV 1740-1758
Sede vacante 1758
Clemens XIII 1758-1769
Sede vacante 1769
Clemens XIV 1769-1774
Sede vacante 1774-1775
Pius VI 1775-1799
Pius VII 1800-1823
Sede vacante 1823
Leo XII 1823-1829
Sede vacante 1829
Pius VIII 1829-1830
Sede vacante 1830-1831
Gregorius XVI 1831-1846
Sede vacante 1846
Pius IX 1846-1878
Leo XIII 1878-1903*
Pius X 1903-1914*
Benedictus XV 1914-1922*
Pius XI 1922-1939
Sede vacante 1939
Pius XII 1939-1958
Sede vacante 1958
Johannes XXIII 1958-1963
Sede vacante 1963
Paulus VI 1963-1978
Sede vacante 1978
Johannes Paulus I 1978
Sede Vacante 1978
Johannes Paulus II 1978-2005
Benedictus VXI 2005-2013
Franciscus 2013-
* Hebben niet aangemunt. 

Lit:

Berman, A.G., Papal coins, New York 1991; Grierson, P., en M. Blackburn, Medieval European Coinage, I, The early middle ages, Cambridge 1986, blz. 259-266; Muntoni, F., Le monete dei papi e degli stati pontifici (4 din), Rome 1972-1973.

  • Paus 1.jpg
  • Paus 2.jpg
  • Paus 3.jpg