Handelingen

Numismatische literatuur, Nederlanden, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd tot de Franse Revolutie

Uit Wiki Munten en papiergeld

Versie door MyWikiAdminEnc (overleg | bijdragen) op 12 feb 2017 om 21:50 (1 versie geïmporteerd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

numismatische literatuur, Nederlanden, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd tot de Franse Revolutie,

6.0 algemeen

6.1 Groningen

6.2 Friesland

6.3 Overijssel

6.4 Gelderland

6.5 Utrecht

6.6 Holland

6.7 Zeeland

6.8 Brabant

6.9 Vlaanderen

6.10 Artesië

6.11 Doornik

6.12 Henegouwen

6.13 Namen

6.14 Luik

6.15 Luxemburg


6.0 algemeen

Aerts, E., De monetaire circulatie van de Bourgondische Nederlanden in het midden van de 15de eeuw, Album Carlos Wijffels, Brussel 1987;

Aerts, E., en E. van Cauwenberghe, Organisatie en techniek van de muntfabricage in de Zuidelijke Nederlanden tijdens het Ancien Regime, Jaarhoek van het Europees Genootschap voor Munt- en Penningkunde(1987);

Aerts, E., en H. van der Wee, The Leuven coin find of 1851 and the currency of the Burgundian Netherlands in the middle of the 15th century: a case study, Leuven 1980;

Albrecht, G., Das Münzwesen im niederlothringischen und friesischen Raum vom 10. bis zum beginnenden 12. Jahrhundert, Hamburg 1959;

Baerten, J., Muntslag en muntcirculatie in de Nederlanden, Noord en Zuid op de weegschaal, 7e-16e eeuw, Brussel 1983;

Beek, E.J.A. van, en G.W. de Wit, Het munttarief van 1499, Rotterdam1978;

Belaubre, J., Monnaies médiévales, 2 delen, Parijs 1987-1988;

Berghaus, P., Die frühmittelalterliche Numismatik als Quelle der Wirtschaftsgeschichte,Sigmaringen 1979;

Besier, L.W.A., De muntmeesters en hun muntslag in de provinciale en stedelijke munthuizen van de Republiek der Zeven Vereenigde Nederlanden, en van de Bataafsche Republiek en in de Utrechtse Munt van het Koningrijk Holland en tijdens de inlijving bij het Fransche Keizerrijk, herdruk, Rotterdam 1972;

Brants, V., Recueil des ordonnances des Pays-Bas: deuxième série: 1506- 1700, les ordonnances monétaires du XVIle siècle, Brussel 1914;

Bruijn, W.K. de, De Nederlandse florijn in al zijn facetten, Bussum 1990;

Chijs, P.O. van der, De munten der Frankische en Duitsch-Nederlandsche vorsten, Haarlem 1866;

Cockshaw, P, Les textes monétaires imprimés sous Ie règne de Philippe le Beau (1482-1506), Villes d'imprimérie et moulins à papier du XlVe au XVIe siècle, aspects économiques et sociaux, Brussel 1976;

Coekelberghs, A., Ordonnances monétaires sous Philippe II de 1563 a 1598, Brussel 1984;

Dalen-Oskam, K. van, en M. Mooijaart, Vroegmiddelnederlandse muntnamen,vorm en betekenis, Amsterdamer Beitrage zur Alteren Germanistik35 (1992);

Davenport, J.S., The Daalders of the Dutch Feudal States, Dallas 1997;

idem, European crowns and talers, Londen 1964;

idem, European crowns, 1484-1600, Frankfurt am Main 1977;

idem, European crowns, 1600-1700, Galesburg 1974;

idem, European crowns, 1700-1800, Galesburg 1961;

Delmonte, A., De gouden Benelux, Amsterdam 1964, suppl. 1978;

idem, De noordelijke provincies, Brussel 1985;

idem, De zilveren Benelux, Amsterdam 1967, suppl. 1975;

idem, De Zuidelijke Nederlanden, Brussel 1985;

idem, Prijsontwikkeling volgens muntveilingen 1958-1973 van de hele, halve, kwart daalders en noodmunten der Noord-Nederlandse provincies,Brussel 1974;

Denaro, V.F., Dutch coins and Maltese countermarks, Numismatic chronicle. Seventh series 3 (1963);

Draskovic, F., en S. Rubenfeld, Standard Price Guide to World Crowns & Talers 1484-1968: as catalogued by John S. Davenport, Iola 1983;

Engel, A., en R. Serrure, Traité de numismatique du moyen âge, 3 delen,Parijs 1891-1905;

Frère, H., Le denier (du Xe au XIHe siècle), Leuven 1973;

idem, Le denier carolingien, spécialement en Belgique, Louvain-la-Neuve1977;

Gelder, H.E. van, Gedrukte muntplakkaten, catalogus van gedrukte muntplakkaten vóór 1815 in de collecties van Rijksmuseum Het Koninklijk Penningkabinet te Leiden en Het Nederlands Muntmuseum te Utrecht,Leiden 1995;

idem, Muntpolitiek in de Nederlanden omstreeks 1400, Tijdschrift voor geschiedenis(1955);

idem, De Nederlandse munten, Aula pocket 213, 7e bijgewerkte druk,Utrecht/Antwerpen 1980, aangevulde herdruk, Utrecht 2002;

idem, Klein geld grof geld, munten van de Nederlandse steden, 's-Gravenhage1974;

idem, Le monnayage des Pays-Bas septentrionaux et méridionaux, similitudeset divergences, Cercle d'études numismatiques, bulletin 6 (1969) 4;

idem, Koopmansgeld, goed geld, gouden geld, Holland, regionaal-historisch tijdschrift 11 (1979);

idem, Munthervorming tijdens de republiek 1659-1694, Amsterdam 1949;

idem, De Nederlandsche noodmunten van de Tachtigjarige Oorlog, 's-Gravenhage1955;

idem, De reiskas van graaf Willem TV, Leiden 1990;

Gelder, H. E. van, en M. Hoc, Les monnaies des Pays-Bas bourguignons et espagnoles, 1434-1713, Amsterdam 1960, supplement 1964;

Ghyssens, J., Choix des textes antérieurs a 1400 relatifs aux monnaies des Pays-Bas du Sud, Louvain-la-Neuve 1997;

Graaf, C. de, Den valscher den ketel (?), bestraffingen van muntmisdrijvenin Holland, Zeeland en Utrecht ca. 1300-1600, JMP (1995);

Grierson, P., en M. Blackburn, Medieval European coinage, with a catalogue of the coins in The Fitzwilliam Museum, Vol. 1, The early Middle Ages (5th-10th centuries), Cambridge 1986;

Grierson, P., en L. Travaini, Medieval European coinage, Vol. 14, Italy (III): South Italy, Sicily, Sardinia, Cambridge 1998;

Grolle, J.J., Latijnse spreuken op Nederlandse munten, Amsterdam 1984;

Haeck, A., Middeleeuwse muntschatten gevonden in België (750-1433),Brussel 1996;

Haertle, C.-M., Karolingische Münzfunde aus dem 9. Jahrhundert, Keulen1997;

Henstra, D.J., The evolution of the money standard in Medieval Frisia,Zuidlaren 1999;

Janssens, V., Het geldwezen der Oostenrijkse Nederlanden, Brussel 1957;

Keymeulen, A. van, Les trésors monétaires modernes trouvés en Belgique 1434-1970, Brussel 1973;

idem, Van Albrecht en Isabella tot Willem I, Brussel 1981;

Krause C.L., en C. Mishler, Standard catalog of world coins, 1601-1700,Iola 1996;

idem, Standard catalog of world coins, 1701-1800, Iola 1997;

zie verder: Krause-Mishler;

Lucas, P, Monnaies seigneuriales mosanes, Walcourt 1982;

Mailliet, P., Catalogue descriptif des monnaies obsidionales et de nécessité avec Atlas, Brussel 1870 en 1873;

Mayhew, N.J., red., The gros tournois, the 14th Oxford Symposium on Coinage and Monetary History, Oxford 1997;

Meert, C, Ateliers monétaires de la Belgique (VIIe Scle.-XXe Scle.), Cercle d'Études Numismatiques, 1971;

Metcalf, D.M., Coinage in South-Eastern Europe, 820-1396, Londen 1979;

idem, Thrymsas and sceattas in the Ashmolean Museum, Oxford, 3 delen,The Royal Numismatic Society special publication 27 (1993-1994);

Pannekeet, C.G.J., Catalogus van het Kopergeld, Dl. 1: De koperen munten geslagen in de zuidelijke Nederlanden, Dl. 2: De koperen munten geslagen in de noordelijke Nederlanden, Dongen 1998;

Petry, K., Monetäre Entwicklung, Handelsintensität und wirtschaftliche Beziehungen des oberlothringischen Raumes vom Anfang des 6. bis zur Mitte des 12. Jahrhunderts, Trier 1992;

Polak, M.S., Historiografie en economie van de "muntchaos", de muntproductie van de Republiek (1606-1795), 2 delen, Amsterdam 1998;

Purmer, D., en H.J. van der Wiel, Handboek Nederlands Kopergeld (van) 1523 (tot) 1797: geslagen in de voormalige Provincies, Steden en Heerlijkheden binnen het huidige Nederlandse grondgebied alsmede de gouden en zilveren afslagen, Vriezenveen 1996;

Pusch, G., Staatliche Münz- und Geldpolitik in den Niederlanden unter den burgundischen und habsburgischen Herrschern, besonders unter Kaiser Karl V, München 1932;

Romondt, Ph.F.W. van, Het muntmeestersgeslacht Wyntgens I-VI, De Nederlandsche leeuw 33 (1915) en 34 (1916);

Roover, R. de, The Bruges money market around 1400, with a statistical supplement by Hyman Sardy, Brussel 1968;

Serrure, R., Dictionnaire géographique de l'histoire monétaire belge, Brussel1880;

Sietz, F.G., Zur niederländischen Münzverordnung von 1693, über den Gegenstempel "L" auf Florijnen, der Lingen an der Ems zugeschrieben wird, Emmedingen 1990;

Spufford, P., Monetary problems and policies in the Burgundian Netherlands 1433-1496, Leiden 1970;

Stuurman, J.G., Het twaalfde artikel van de Unie van Utrecht: een staatsrechtelijke beschouwing over het muntwezen in de Republiek, Amsterdam1976;

idem, Drieplakken en vierlingen, JMP (1993);

idem, Met gelijke munt betalen eind XVe eeuw, het volle pond, Miscellanea Consilii Magni II, Amsterdam 1984;

Tourneur, V., Le monnayage dans les villes de Flandre et de Brabant auXlle siècle et au XHIe, Bulletin de la Classe des Lettres et des Sciences Morales et Politiques, S. 5, nr. 26 (1940);

Vanhoudt, H., Atlas der munten van België, van de Kelten tot heden, Herent1996, 2e druk 2007;

Verkade, P, Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Nederlandsche provinciën, sedert den Vrede van Gend tot op onzen tijd, 1848, herdruk Capelle a.d.IJssel 1967;

Vries, P.C. de, en H.J. van der Wiel, Muntboek van de steden 1576-1795,Rotterdam 1965;

Wee, H. van der, en E. Aerts, Vlaams-Brabantse muntstatistieken 1300- 1506, 2 delen, Leuven 1980-1985;

Wijsenbeek, A.Th., Geld van de Zuiderzeebodem [Rotterdam] [1992].


6.1 Groningen

Chijs, P.O. van der, De munten van Friesland, Groningen en Drenthe (der heeren van Koevorden), van de vroegste tijden tot aan de Pacificatie van Gend, Haarlem 1855;

Feith, H.O., Het muntregt der Ommelanden: een bijdrage tot de geschiedenis der vaderlandsche munten, Groningen 1857;

Feith, H.O., e.a., Oude munten uit Groningen en Ommelanden, Groningen,1977;

Vries, P.C. de, en H.J. van der Wiel, Muntboek van de munten van Groningen en Friesland van 1576-1795, Rotterdam/Gouda 1964;

Wis, J.C. van der, Uit de muntplaats Groningen, Spiegel Historiael 35(2000) 5.


6.2 Friesland

Baks, R, en E.O. van der Werff, red., Saksers yn Fryslân, Saksisch bestuur in Friesland 1498-1515, catalogus bij de tentoonstelling in het Fries Museum,Leeuwarden 1998;

Chijs, P.O. van der, De munten van Friesland, Groningen en Drenthe (der heeren van Koevorden), van de vroegste tijden tot aan de Pacificatie van Gend, Haarlem 1855;

Jacobi, H.W., Een munt van het vrije Friesland, Fryslan, Nieuwsblad voor geschiedenis en cultuur 4 (dec. 1998) nr. 4;

Krenning, R, De denarii van Bruno III (1038-1057), een stempelvergelijkend onderzoek, Leidschendam 1983;

Meijering, H.D., De willekeuren van de Opstalboom, een filologisch-historische monografie, [Groningen] 1974;

Persing, K., Die Münzprägungen der Herzöge von Sachsen als Erbstatthalterin Friesland (1498-1515), Numismatische Hefte 9 (1985);

Puister, A., De 11e eeuwse munten der Friese graven, De Florijn 20 (1975);

Talvio, T., The Frisian element in the coin hoards of the late Viking Age inScandinavia, Russia and the East Baltic Lands, Society and trade in theBaltic during the Viking Age. Acta Visbyensia 7, 1985;

Vries, P.C. de, en H.J. van der Wiel, Muntboek van de munten van Groningen en Friesland van 1576-1795, Rotterdam/Gouda 1964.


6.3 Overijssel

Chijs, P.O. van der, De munten der voormalige heeren en steden van Overijssel, van de vroegste tijden tot aan de Pacificatie van Gend, Haarlem1854;

Cost Jordens, W.H., Bijdragen tot de geschiedenis der Deventer munt,Overijsselsche almanak voor oudheid en letteren 19 (1854) en 20 (1855);

idem, Kamper stempels, bijdragen tot de Kamper-Munt, Deventer 1857;

idem, Munt van Deventer, Kampen en Zwol, Overijsselsche almanak voor oudheid en letteren 18 (1853);

idem, De munt te Hasselt, [Deventer] [I860];

Fortuyn Droogleever, J., De driesteden muntslag 1479-1588 van Deventer, Kampen en Zwolle, St. Geertruid 1986;

idem, De vorstelijke en de stedelijke muntslag te Deventer, Deventer[1983];

Fritschy, W., Gewestelijke financiën ten tijde van de Republiek der Verenigde Nederlanden, deel 1, Overijssel (1604-1795), Den Haag 1996;

Soetens, P.J., De muntslag in Kampen, Kamper almanak (1962);

Vries, P.C. de, en H.J. van der Wiel, Muntboek van de munten van Westfriesland en Overijssel van 1576-1795, Rotterdam/Gouda 1963;

Wiel, H.J. van der, De stedelijke muntslag van Zwolle, [Vriezenveen] 1994.


6.4 Gelderland

Beek, E.J.A. van, en J. Fortuyn Droogleever, Geslagen te Zutphen, de stedelijke muntslag, Zutphen 1990;

Chijs, P.O. van der, De munten der voormalige graven en hertogen van Gelderland, van de vroegste tijden tot aan de Pacificatie van Gend, Haarlem1852;

idem, De munten der voormalige heeren en steden van Gelderland, van de vroegste tijden tot aan de Pacificatie van Gend, Haarlem 1853;

Gelder, H.E. van, De koninklijke munt te Nijmegen tot 1248, Het Valkhof te Nijmegen, Nijmegen 1980;

Grolle, J.J., De muntslag van de heren van den Bergh, JMP (1993);

Hatz, G., Tieler Denare des 11. Jahrhunderts in den schwedischen Münzfunden,Commentationes de nummis saeculorum 1X-XI in Sueca repertis,Stockholm, 1968;

Herwijnen, A. van, De Tielse muntslag, Tabula Batavorum XII (1994) 1;

Meihuizen, L.S., De rekening betreffende het graafschap Gelre 1294/1295,Groningen/Djakarta 1953;

Meyer, G.M. de, en E.W.F, van den Elzen, Wel en wee van Gelres geld,munten en muntkoersen in de 14de en 15de eeuw, Bijdragen en Mededelingen der Vereniging "Gelre", LXXI (1980);

Pannekeet, C.G.J., Gelderland & Steden, catalogus van de munten geslagen in het toenmalige Gelderland en in de Gelderse steden, Dongen 1998;

Passon, T., De stedelijke munt van Nijmegen, 1457-1704, 2 delen, Nijmegen1979-1980;

Purmer, D., De stedelijke muntslag van Arnhem, JMP (1996);

Roest, Th.M., Pièces justificatives, Essai de classifications des monnaies du comté puis duché de Gueldre, Brussel 1893;

idem, Die Münzen der Herrschaft Anholt, Amsterdam 1895;

Smit, B.C.H.J., De muntslag in Bommel en de Bommelerwaard, deel 1-7,Tussen de Voorn en Loevestein 15 (1979), 16 (1980) en 17 (1981);

Tangelder, F.B.M., Muntheer en muntmeester, een studie over het Berghse muntprivilege in de tweede helft der zestiende eeuw, Arnhem 1955;

Voogt, W.I. de, Geschiedenis van het muntwezen der Vereenigde Nederlanden, deel 1, Provincie Gelderland, Amsterdam 1874;

Vries, P.C. de, en H.J. van der Wiel, Muntboek van de munten van Gelderland en Utrecht van 1576-1795, Rotterdam/Gouda 1962;

Wartena, R., Het Zutphens pond en de val van de groot, in: Vries, J. de,red., Ondernemende geschiedenis, 22 opstellen geschreven bij het afscheid van mr. H. van Riel, 's-Gravenhage 1977;

Wittop Koning, D.A., De Gelderse Munt te Harderwijk, Bussum 1992.


6.5 Utrecht

Chijs, P.O. van der, De munten der bisschoppen, van de heerlijkheid en de stad Utrecht, van de vroegste tijden tot aan de Pacificatie van Gend,Haarlem 1859;

Enklaar, D.Th., Stukken betreffende het Stichtse muntwezen ten tijde vanbisschop David van Bourgondië, Bijdragen en mededelingen Historisch Genootschap te Utrecht 48 (1927);

Pietersen, F.A.M., Munten van de stad Utrecht, Utrecht 1978;

Vries, P.C. de, en H.J. van der Wiel, Muntboek van de munten van Gelderland en Utrecht van 1576-1795, Rotterdam/Gouda 1962.


6.6 Holland

Alkemade, Kornelis van, De goude en zilvere gangbaare penningen der graaven en graavinnen van Holland, Delft 1700;

Beek, E.J.A. van, De munten van Leiden, geslagen tijdens de belegeringenvan 1573 en 1574, Leids jaarboekje 66 (1974);

Boer, D.E.H, de, D.J. Faber en H.P.H. Jansen, red., De rekeningen van degrafelijkheid van Holland uit de Beierse periode uitgegeven door dewerkgroep "Holland 1300-1500", Rijks Geschiedkundige Publicatiën, Grote Serie nrs. 174, 182, 237, 239;

Bos-Rops, J.A.M.Y., Graven op zoek naar geld, de inkomsten van de graven van Holland en Zeeland, 1389-1433, Hilversum 1993;

Boudestein, W.J., Muntslag te Gorinchem 1583-1591, munten, muntheren, muntmeesters, muntstempels en munthuizen, Gorinchem 1992;

Brieffies, W.F.M., Inventaris van de archieven der gedeputeerden van Enkhuizen, Hoorn en Medemblik, te zamen vormend het college van de Westfriese Munt, alsmede van de bescheiden van de Munt zelf, 1579-1796,Haarlem 1977;

Chijs, P.O. van der, De munten der voormalige graafschappen Holland en Zeeland, alsmede der heerlijkheden Vianen, Asperen en Heukelom, van de vroegste tijden tot aan de Pacificatie van Gend, Haarlem 1858;

Dolk, W., Het serment van de Munt van Holland te Dordrecht, Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 5 (1951) en 10 (1956);

Gelder, H.E. van, De Munt van Medemblik, West-Frieslands oud en nieuw26 (1959);

idem, Muntslag als inkomstenbron in het begin van de Tachtigjarige Oorlog,Tijdschrift voor geschiedenis 72 (1959);

Grolle, J.J., De muntslag van de graven van Holland tot de Bourgondische unificatie in 1434, 3 delen, 2e druk, Amsterdam 2000;

Hengel, C. van, De middeleeuwse muntslag te Medemblik, Amsterdam1989;

idem, De munten van Holland in de 13e eeuw, Zeist 1986;

idem, Penningen Hollants, Amsterdam 1998;

Hengel, C. van, en A.A.J. Scheffers, De munt te Medemblik, expositie van munten & muntstempels van de Westfriese munt in kasteel Radboud te Medemblik; 2 september-22 september 1989, Utrecht 1989;

Houwelinghen, E. van, Penninck-boeck, inhoudende alle figuren van silvere ende goude penningen, gheslaeghen byde graeven van Hollandt, van Dierick de 7e van dien naem tot Philippus van Bourgondien toe, Leiden1597;

Marsilje, J.W., Het financiële beleid van Leiden in de laat-Beierse en Bourgondische periode 1390-1477, Hilversum 1985;

Rollin Couquerque, L.M., La monnaie du roi Antoine de Portugal, (muntslag te Gorinchem), Amsterdam 1903;

Scheffers, A.A.J., De Westfriese Munt 1652-1704, Voorburg 1992;

Slot, B.J., De Munt van Dordrecht, Dordrecht [1968];

Vries, P.C. de, en H.J. van der Wiel, Muntboek van de munten van Holland en Zeeland van 1576-1795, Rotterdam 1961;

idem, Muntboek van de munten van Westfriesland en Overijssel van 1576- 1795, Rotterdam/Gouda 1963;

Wiese, W.F.G., De Westfriese Munt, [Hoorn], Historisch Genootschap "OudWest-Friesland" [1974].


6.7 Zeeland

Broekema, J., Geschiedenis der Zeeuwsche Munt van hare oprichting tot deuitvaardiging van de generale ordonnantie van het jaar 1606, waaraano.a. is toegevoegd eene chronologische lijst van de van 1580 tot 1798 inZeeland geslagen munten, Archief van het Koninklijk Zeeuwsen Genootschap der Wetenschappen 5 (1881) 2;

Jacobi, H.W., De mechanisatie van het Zeeuwse muntbedrijf in 1671, Archief van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen(1982);

Vries, P.C. de, en H.J. van der Wiel, Muntboek van de munten van Holland en Zeeland van 1576-1795 Rotterdam 1961.


6.8 Brabant

Chijs, P.O. van der, De munten der voormalige hertogdommen Braband en Limburg van de vroegste tijden tot aan de Pacificatie van Gend, Haarlem1851;

idem, De munten der voormalige leenen van de voormalige hertogdommen Braband en Limburg, enz. van de vroegste tijden tot aan de Pacificatie van Gend, Haarlem 1862;

Ghyssens, J., Essai de classement chronologique des monnaies brabangonnes depuis Godefroid 1 (1096-1140) jusqu'à la duchesse Jeanne (1355- 1406), Brussel z.j.;

Vercouteren, E., De geldwisselaars in Brabant (1430-1506), een bijdrage totde economische geschiedenis van de Zuidelijke Nederlanden, Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden 100(1985) 1;

Witte, A. de, Histoire monetaire des comtes de Louvain, ducs de Brabant et marquis du Saint-Empire romain, 3 delen, Antwerpen 1894-1899.


6.9 Vlaanderen

Van Muntslag tot muntschat, twintig eeuwen geldgeschiedenis in het land van Waas, met daarin opgenomen: C. Derboven, Noodgeld in het Waasland,Brussel (Nationale bank van België) 1985;

Bastien, P, en J. Duplessy, Catalogue des monnaies d'or flamandes de la collection Vernier, Wetteren 1975;

Eisen, O., La monnaie des comtes de Flandre, Louis de Nevers (1322-1346)et Louis de Male (1346-1384), RBN (\995);

Gaillard, V., Recherches sur les monnaies des comtes de Flandre, depuis les temps Ie plus reculés, jusqu 'au règne de Robert de Béthune inclusivement,Gent 1852;

Ghyssens, J., Les petits deniers de Flandre des Xlle et Xllle siècles, Brussel1971;

Haeck, A., De munten van de graven van Vlaanderen, 3 delen, Brussel1973-1979;

Munro, J.H., Deflation and the petty coinage problem in the late-medievaleconomy: the case of Flanders, 1334-1484, Explorations in economic history 25 (1988);

Tourneur, V., Het muntatelier van Dendermonde, Gedenkschriften van de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde (1956).


6.10 Artesië

Dewismes, A., Catalogue raissonné des monnaies du comté d'Artois, faisant partie du cabinet monetaire d'Adolphe a Saint-Omer, Saint-Omer1866;

Hermand, A., Histoire monetaire de la province d'Artois et des seigneuries qui en dépendaient, Béhune, Fauquembergues, Boulognes, Saint-Pol et Calais, Saint-Omer 1843;

Richebé C, Les monnaies feodale s d'Artois du Xe au début du XlVe siècle,Parijs 1963.


6.11 Doornik

Hoc, M., Histoire monetaire de Tournai, Brussel 1970.


6.12 Henegouwen

Chalon, R., Recherches sur les monnaies des comtes de Hainaut, Brussel1848, supplementen: Brussel 1852, 1854 en 1857;

Ghyssens, J., Le denier de Hainaut des Xlle et XHIe siècles, Annales du Cercle Archéologique de Mons 70 (1979);

Lucas, P., Monnaies de Hainaut, Charleroi 1981;

Witte, A. de, Supplément aux recherches sur les monnaies des comtes de Hainaut, de M. Rénier Chalon, Brussel 1891.


6.13 Namen

Chalon, R., Recherches sur les monnaies des comtes de Namur, Brussel1860, supplement 1870.


6.14 Luik

Baerten, J., De munten van de graven van Loon, Sint-Truiden 1981;

Chestret de Haneffe, J. de, Numismatique de la principauté de Liège et de ses dépendances (Bouillon, Looz) depuis leurs annexions, Brussel 1890,supplement Luik 1900;

Demoulin, B., Les finances d'un pays d'Etats aux marches de l 'Empire, la principauté de Liège (1688-1728), Brussel 1986;

Frère, H., Numismatique liégoise, notes sur la monnaie de compte dans laprincipauté de Liège, Bulletin de l'Institut Archéologique Liégois 80(1967);

Magain, P., Les monnaies de Jean-Théodore de Bavière, prince-évêque de Liège 1744-1763, Brussel 1964;

Mignolet, A., Les monnaies de la principauté de Liège, Maastricht [1986];

Ruwet, J., Les édits monétaires liégeois 1482-1625, Bulletin de la Commission Royale des Anciennes Lois et Ordonnances de Belgique 18 (1955).


6.15 Luxemburg

Bernays, É., en J. Vannérus, Histoire numismatique du comté puis duché de Luxembourg et de ses fiefs, Brussel 1910;

Probst, R., Essai de classification des essais et épreuves-monétaires du grand-duché de Luxembourg, Luxembourg 1986;

Probst, R. en A. Ungeheuer, Prifix, catalogue illustré des monnaies Luxembourgeoises (1026-1998), Luxemburg 1998;

Weiller, R., Les monnaies Luxembourgeoises, Louvain-la-Neuve 1977;

idem, Les monnayages étrangers des princes luxembourgeois, Luxemburg1982;

idem, La circulation monetaire et les trouvailles numismatiques du moyen age et des temps modernes au pays du Luxembourg, 3 delen, Luxembourg1975-1996.

Terug naar numismatische literatuur