Handelingen

Mongolen

Uit Wiki Munten en papiergeld

Mongolen, Centraal-Aziatische volksstammen van mongoloïde oorsprong. In 1206 werd een Mongools stamhoofd, Temujin, door de Mongoolse edelen tot Genghiz Khan (Grote Machtige Koning) uitgeroepen. Onder zijn leiding veroverden de Mongolen o.a. Noord-China, Noordoost-Iran, Turkestan, Afghanistan en Oezbekistan. Bij de dood van Genghiz Khan (1227) strekte het Mongoolse rijk zich uit van de Kaspische Zee in het westen tot de Chinese Zee in het oosten. Het werd onder zijn zonen Tuleh, Ogotai, Jagatai en Juji verdeeld; Tuleh kreeg het stamland en diens zoon Koeblai Khan (1257-1294) werd de grondlegger van de Yuan-dynastie (1279-1368) in China.

Van 1272- 1292 verbleef Marco Polo aan het hof van Koeblai Khan. In 1256 werd Hulagu, zoon van Tuleh, tot "Ilkhan" over de op de [[Abbasiden veroverde gebieden in Perzië benoemd en legde daarmee de grondslag voor de dynastie van de Ilkhaniden. Ogotai werd aangewezen als opvolger van de Grote Khan en regeerde over het westerse steppengebied. Jagatai kreeg Transoxiana (Turkestan), Oost-Afghanistan en Kashgar in Oost-Turkestan.

De Jagatai-dynastie regeerde tot 1369 toen de macht door een lokale gouverneur, Timoer (1370-1405), werd overgenomen die daarmee de basis legde voor de dynastie van de Timoeriden. Een lid van deze dynastie, Mohammed Babar, viel in 1526 India binnen en versloeg de Sultan van Delhi. De door Babar gestichte dynastie in India is bekend als de Mogol-dynastie (Mogols ). Juji stierf vóór zijn vader. Zijn zoon Batu Khan (1224-1255) ontving Zuidwest-Siberië en West-Turkestan en vormde het rijk van de Gouden Horde. Batu Khan onderwierp Rusland en drong tot in Hongarije en Silezië door. Rivaliserende clans van de Blauwe en Witte Horden werden in 1378 met de Gouden Horde verenigd.

In het midden van de 16e eeuw veroverde Ivan IV de Verschrikkelijke de resterende delen van de Gouden Horde aan de Wolga, maar het kanaat van de Krim wist zich onder Turkse protectie tot 1783 te handhaven toen het door Rusland werd geannexeerd. Als steppevolk bezaten de Mongolen geen geldeconomie. In de nieuw veroverde gebieden, waar men met een geldeconomie in aanraking kwam, nam men het plaatselijke muntstelsel over. Onder Genghiz Khan bestond de muntslag hoofdzakelijk uit anonieme zilveren dirhems en koperen fals.

Slechts enkele dirhems dragen zijn naam of zijn titel "Khaqan". De opschriften op de munten van de verschillende door de Mongolen gevestigde dynastiën zijn hoofdzakelijk in het Arabisch, hoewel ook verschillende tweetalige munten voorkomen: Chinees/Mongools op de cash-munten van de Yuan-dynastie en Arabisch/Mongools op de zilveren dirhems van de Ilkhaniden.

Ook door de verschillende clans van de Blauwe, Witte en Gouden Horde werden zilveren dirhems (1,5 g) en koperen fals met Arabisch opschrift geslagen. De muntslag onder het kanaat van de Krim bestond uit fractionele dirhems (zilver en biljoen) van ca. 0,6 g.

L.

Lit.: Mitchener, M., Oriental Coins and their values: World of Islam. London 1977.