Handelingen

Keulen

Uit Wiki Munten en papiergeld

Versie door MyWikiAdminEnc (overleg | bijdragen) op 6 feb 2017 om 03:28 (1 versie geïmporteerd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Keulen, aartsbisdom waartoe tot de kerkelijke herindeling van 1559 onder andere de Nederlandse bisdommen Luik en Utrecht, bisdom behoorden. Nijmegen met omgeving, het Land van Maas en Waal en een deel van Noord-Limburg behoorden tot dat jaar tot het aartsdiocees Keulen. De eerste aartsbisschoppelijke muntslag vond plaats onder aartsbisschop Bruno (953-965) die samen met zijn broer, de Duitse keizer Otto I (koning 936-962, keizer 962-973), tussen 962-965 te Keulen zilveren penningen heeft aangemunt. De regelmatige, zelfstandige muntslag van de aartsbisschoppen begint echter pas tijdens de regering van aartsbisschop Herman II (1039-1056). Inde 15e eeuw nam de wereldlijke macht van de aartsbisschoppen af.

De Keulse aartsbisschoppen handhaafden langer dan de omringende vorsten het oorspronkelijke gewicht van de Karolingische penning (ca. 1,7 g) waardoor de zware Keulse penning in de 11e eeuw een belangrijke en stabiele rekeneenheid in de Nederlanden werd. Aartsbisschop Hildolf (1076-1079) is echter de enige geweest die ook binnen de huidige grenzen van Nederland heeft aangemunt te Wessem.

Tussen 1282 en 1515 hebben de Keulse aartsbisschoppen, die tevens één van de zeven keurvorsten waren, door muntverdragen met naburige vorsten en steden, maar vooral met hun medekeurvorsten, de aartsbisschoppen van Mainz en Trier en de paltsgraaf aan de Rijn, bijgedragen tot de stabiliteit van het geldwezen in het Duitse rijk. Hierdoor werd de Rijnse gulden ook in de Nederlanden in de late Middeleeuwen een veelvuldig nagevolgde muntsoort en een belangrijke rekeneenheid; Keulse mark.

Onder Ernst van Beieren (1581-1612) ontstond de eerste personele unie tussen het aartsbisdom Keulen en het bisdom Luik, die onder de regering van diverse leden van het Beierse huis Wittelsbach met enkele onderbrekingen voortduurde tot 1723, waardoor de titel van Keulen ook op Luikse munten voorkomt.

Het wapen van het Stift Keulen is een zwart kruis op een zilveren veld. De meeste aartsbisschoppen namen dit wapen, samen met dat van hun familie, op in hun persoonlijke wapen. Zie ook: Keulse mark, Keulse penning en keurvorst. Sommige Nederlandse muntheren hebben te Keulen munten laten slaan: Jan-Frans van Bronkhorst en Walraven van Meurs; (Baar).

Lit.: Noss, A., Die Münzen und Medaillen von Köln, 4 delen, deel I bewerkt door W. Havernick, Keulen 1913-1935.




  • Keulen agrippiner.jpg
  • Keulen hildolf wessem penning.jpg
  • Keulen keulse penning.jpg
  • Bisdom Keulen, Sigwin (1079-1089), penning, zilver.
  • Keulen, Arnold van Gelre (1137-1151), penning, zilver.
  • Keulen, Diederik II van Meurs (1414-1463), Rijnse gulden, 1437, goud, geslagen te Riel.
  • Keulen rijnse gulden 1371 1414.jpg