Handelingen

Geldsysteem

Uit Wiki Munten en papiergeld

geldsysteem, stelsel van geldsoorten die aan een standaard zijn gekoppeld en waarvan de denominaties (coupures) zich onderling zodanig verhouden dat het betalingsverkeer optimaal wordt bevorderd. De belangrijkste geldsystemen zijn het Karolingische muntstelsel en het decimaal (geld)stelsel. Het Nederlandse geldsysteem was in zijn laatste periode gebaseerd op de Muntwet 1987 volgens het decimaal stelsel (1 gulden = 100 cent) uitgedrukt in een logische reeks van kwarttallen: ƒ50, ƒ 10, ƒ 5, ƒ 2,50, ƒ 1 , ƒ 0,25, ƒ 0,10 en ƒ 0,05. De in deze wet genoemde gouden dukaat, dubbele gouden dukaat en zilveren dukaat hebben niet de status van wettig betaalmiddel.

Zij ontlenen hun waarde aan hun metaalinhoud (intrinsieke waarde), zijn niet voor circulatie bestemd en vallen buiten deze reeks. Met de invoering van het ƒ 50-biljet (1982) en het ƒ 250-biljet (1985) heeft de Nederlandsche Bank haar coupureboeket aan deze reeks aangepast: ƒ1000, ƒ250, ƒ 100, ƒ 50, ƒ 25 en ƒ 10 en ƒ 5.

Het Belgische geldsysteem was in zijn laatste periode gebaseerd op de Wet betreffende het muntstatuut (1972), eveneens volgens het decimaal stelsel (1 frank = 100 centime) en omvat een reeks munten van 500, 250, 50, 20, 10, 5, 1 en ½ frank, terwijl de Nationale Bank van België coupures van 5000, 1000, 500 en 100 frank in omloop bracht.

Het eurostelsel, ingevoerd in 2002, bestaat uit biljetten van 500, 200, 100, 50, 20, 10 en 5 euro en munten van 2 en 1 euro en van 50, 20, 10, 5, 2 en 1 cent (de 2 en 1 cent worden in Nederland zo goed als niet gebruikt). Het eurostelsel is dus typisch een 1 – 2 – 5 –stelsel.