Handelingen

Florijn

Uit Wiki Munten en papiergeld

Versie door (gebruikersnaam verwijderd) op 15 jan 2017 om 22:57
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

florijn of floreen, uit Lat. florenus:

1. minder gebruikelijke benaming voor de gouden en zilveren gulden, afgekort f. of fl.; ook populaire aanduiding voor oude munten in het algemeen;

2. rekeneenheid van 28 stuivers, afgeleid uit de in de eerste helft van de 16e eeuw geldende koers van de gouden keurvorstengulden, nog in de 17e eeuw veelvuldig gebruikt in de oostelijke en noordelijke provincies, ook zilveren goudgulden of kortweg gulden genoemd. In 1601 begon de provincie Friesland zilveren munten van deze waarde uit te geven met een gewicht van 19,20 g en een gehalte van 0,764: op de vz de zgn, Friese Boer en de waardeaanduiding 28 St, op de kz het gekroonde provinciewapen met het omschrift (vertaald) Zilveren gulden van de Staten van Friesland.

Na de muntordonnantie van 1606 staakte Friesland de uitgave van deze provinciale munt in 1614. Er zijn ook halve en kwart florijnen. Kort daarna gingen echter de Overijsselse steden ertoe over florijnen van overeenkomstige muntvoet uit te geven, wederom met het stadswapen en de benaming "zilveren gulden" op de ene zijde, maar een dubbele adelaar met rijksappel en keizerskroon vergezeld van de naam van de regerende keizer op de andere zijde: Kampen1616-1628, Deventer1617-1621, Zwolle 1619-1626.

Deventer sloeg ook halve florijnen in 1617-1618. Na een onderbreking van bijna een halve eeuw werd de aanmunting van florijnen door talrijke provincies en steden weer opgevat, toen door het stijgen van de zilverprijs het slaan van generaliteitsmunten als zilveren rijders en dukaten stagneerde. Friesland hervatte het oude type van 1601 met hetzelfde gehalte, doch een lager gewicht van 17,30 g: geslagen 1664-1666 en 1683-1691, wederom met halven en kwarten 1684-1688. De provincie Groningen en Ommelanden volgde dit voorbeeld met een enigszins afwijkende muntvoet: geslagen 1673-1692 met een wat moderner uitgevoerd borstbeeld (in 1681 incidenteel een type met ineengeslagen handen in plaats van de buste). Omstreeks 1675 hervatten ook de Overijsselse steden de uitgifte van florijnen van hun vroegere type, veelal zelfs met de namen van allang overleden keizers Matthias I en Ferdinand II.

Hier werd het vroegere gewicht ongeveer gehandhaafd, maar het gehalte verlaagd (bijv. in 1685 te Kampen: 19,50 g en 0,673): Kampen z.j. en 1680-1686, Deventer 1684-1692, Zwolle z.j. en 1679-1686. Later, toen het conflict over de muntvoet binnen de Unie een hoogtepunt bereikte, sloten zich ook de andere rijkssteden en enkele provincies (die wel een adelaar, maar niet de keizersnaam gebruikten) erbij aan: Nijmegen 1685-1691,Zutphen 1690, stad Groningen 1690-1692, Overijssel 1685-1689, West-Friesland 1685- 1687. Tenslotte werd echter, vooral op aandringen van de provincie Holland (Holland, gewest), in 1692 de aanmunting allerwegen gestaakt.

Om ontduiking van het verbod te voorkomen, werden in 1693 alle omlopende florijnen ingestempeld met provincienaam of -wapen of met een pijlenbundel en werd het gebruik van ongeklopte exemplaren verboden. De geklopte florijnen bleven geldig voor 28 stuiver. Zij zijn tot de intrekking in 1846 in het geldverkeer gebleven. Ten tijde van het hoogtepunt van de aanmunting zijn ook florijnen van Overijssels type geslagen door de stad Emden en door de graaf van Oldenburg.

E.v.G.

  • Florijn deventer 1618.jpg
  • Florijn deventer 1684.jpg
  • Florijn friesland 055 1614.jpg
  • Florijn friesland 1684.jpg
  • Florijn friesland kwart florijn 1684.jpg
  • Florijn GO groningen.jpg
  • Florijn groningen.jpg
  • Florijn groningen stad.jpg
  • Florijn kampen lingen klop L.jpg
  • Florijn kampen piedfort 1681met naam Matthias.jpg
  • Florijn zutphen 1690.jpg