Handelingen

Dordrecht

Uit Wiki Munten en papiergeld

The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.

Dordrecht, Hollandse muntplaats, thans gemeente in de provincie Zuid-Holland, gelegen aan de driesprong van Merwede, Oude Maas en Noord en door die ligging vanouds een belangrijke handelsplaats.

Dordrecht werd rond 1138 reeds vermeld als Thuredrith en werd sindsdien het centrum van het Hollandse tolsysteem. In 1220 ontving het formeel stadsrechten van graaf Willem I van Holland en in 1299 legde Jan I de grondslag voor het stapelrecht van de stad.

Het Hollandse munthuis was bijna altijd te Dordrecht gevestigd; er is gemunt door de graven van Holland (Holland, graafschap) ca 1200-1581 en de Staten van Holland (Holland, gewest) 1573-1806. Het is waarschijnlijk dat te Dordrecht sinds Dirk VII (1190-1203) gemunt is, maar bewezen is dat pas vanaf 1283. Een enkele maal werd het muntatelier naar elders verplaatst en tijdens de regering van Karel de Stoute is er niet gemunt in Holland.

Sinds Philips de Schone geldt als muntteken voor Dordrecht een roosje. Dit teken kwam reeds incidenteel voor op munten van hertog Albrecht en vrij geregeld sinds Philips de Goede. In de 17e en 18e eeuw komt in plaats van het roosje als muntteken het wapen van Dordrecht voor: in een rood schild een paal van zilver.

In 1573 namen de Staten van Holland het munthuis van Dordrecht in beheer. In de jaren 1573-1581 werd deels op naam van Philips II gemunt, deels zonder diens naam. Na 1581 werd 's konings naam definitief door die van de Staten van Holland (1583-1585 Staten van Holland en Zeeland) vervangen.

Bij de Munt van Dordrecht ging men in ons land het eerste tot mechanisering over met de ingebruikneming van plet-, pons- en persmachines in 1670; (munttechniek). In de 18e eeuw behoorde Dordrecht tot de belangrijkste munthuizen van de Republiek. De productie nam toe doordat zeer veel gemunt werd op bestelling van de VOC. Nadat in 1795 een einde kwam aan de gewestelijke soevereiniteit, werd de Munt te Dordrecht uiteindelijk in 1806 gesloten ten gunste van een landelijk atelier te Utrecht. Als nevenactiviteit van de Munt te Dordrecht zijn er sinds de 15e eeuw rekenpenningen vervaardigd en na de opstand grote triomfpenningen in opdracht van de Staten-Generaal en de Staten van Holland bij gelegenheid van belangrijke militaire en politieke successen. Het oude muntgebouw bestaat, zij het in sterk verbouwde vorm, nog steeds; het fraai versierde Muntpoortje dateert uit 1555. Zie voor de overige muntplaatsen in de Nederlanden de lijst muntplaatsen. In 1795 gaf de municipaliteit (het gemeentebestuur) van Dordrecht drie emissies recepissen uit, gedateerd 16 februari, 1 maart en 15 april.

Zie voor de overige plaatsen in de Nederlanden waar papiergeld is uitgegeven de lijst papiergeldplaatsen.

G.

Lit.: Arkesteijn, N. L. M., Het Dordtse papiergeld van 1795, De Beeldenaar (1988) 305-313; Bloemendal, M. en C. Esseboom, red., Geslagen te Dordrecht, terugblik op de Munt van Dordrecht, Jaarboek 2014 Historische vereniging Oud-Dordrecht; Kerkwijk, A.O. van, De stempelsnijders werkzaam aan de Munt te Dordrecht van 1576-1806, JMP (1920) 29-61, (1921) 41-67.



  • Dordrecht muntteken roos.jpg
  • Dordrecht muntteken wapen.jpg
  • Dordrecht penning jan I.jpg