Handelingen

Carambole

Uit Wiki Munten en papiergeld

Versie door (gebruikersnaam verwijderd) op 15 jan 2017 om 22:51
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Carambole frankrijk 1686 lille.jpg

carambole, zilveren Franse munt ter waarde van 80 sols (stuivers), geslagen in de jaren 1685-1705. Aanmunting heeft plaats gevonden te Parijs en Amiens in 1685 en te Lille van 1686-1705. Deze grootste munt van Frankrijk met een gewicht van 37,65 gram is speciaal geslagen voor de gebieden in het tegenwoordige Noord-Frankrijk, die door Lodewijk XIV op de Spaanse Nederlanden veroverd waren. De Fransen troffen hier veel munten van bedenkelijke kwaliteit aan, zoals Spaanse matten van te laag gehalte en sterk gesnoeide stukken. Om dit geld zonder hoge kosten om te kunnen munten werd voor de nieuwe munt een relatief laag gehalte gekozen: 0,857 zilver, terwijl de normale Franse ecu van 60 sols een gehalte van 0,917 zilver had. Het gebruik van de écu carambole was in de rest van Frankrijk verboden.

Naast de hele écu carambole zijn er ook halve, vierde, achtste en zestiende caramboles geslagen. Op de voorzijde dragen de munten het borstbeeld van Lodewijk XIV, op de keerzijde een gekroond wapenschild, samengesteld uit het Franse wapen en het oude en nieuwe Bourgondische wapen.

De herkomst van de naam carambole is niet bekend. De oorspronkelijke Franse naam luidde "pièce de 4 livres". De stukken drongen al spoedig binnen in de Zuid-Nederlandse omloop. Ze worden voor het eerst vermeld in Zuid-Nederlandse muntordonnanties in 1690 als "de nieuwe stucken genoemt, vier guldens van Vranckryck" of "les nouvelles pieces de quatre livres de France". Onder deze naam komen ze in de ordonnanties regelmatig voor tot in 1725. De vroegst bekende vermelding van de naam carambole is in de Zuid-Nederlandse instructie voor de Wisselaars van 19 juli 1749: "Fransche stucken genoemt Carambole" of "Pieces de France nommées Carambols".

De écu carambole is relatief zeldzaam.

In de Nederlanden zijn ze slechts in enkele schatvondsten aangetroffen. In België in de vondsten van Ath, Iddergem, Sint Martens- Lennik en Moerbeke; in Nederland in de vondsten Leende 1979 en Middelburg 1986. De caramboles behoren eigenlijk niet tot de Zuid-Nederlandse numismatiek en ook in de Franse numismatiek nemen ze een geïsoleerde plaats in.

J.